Selecteer een pagina

Astuteness. Ik had er nog nooit van gehoord. Volgens auteur Oliver James is het de belangrijkste vaardigheid voor ‘office politics’. Het laat zich vertalen als: spits, pienter, schrander, snugger, vernuftig, slim, sluw, scherp en vooral scherpzinnig!

In zijn boek omschrijft James astuteness als de vaardigheid om een situatie goed te kunnen ‘lezen’. Om politiek vaardig te zijn op je werk zijn drie soorten van astuteness nodig:

  1. Reading others: Je moet permanent de gedachten en emoties kunnen lezen van de mensen in je omgeving. Op basis van wat je observeert maak je inschattingen van hun motieven en hun toekomstige intenties. Dit moet je constant updaten en bijstellen om zo een goed beeld te hebben en te houden van je collega’s en hun karakters.
  2. Reading yourself: Zelfkennis is cruciaal. Je moet weten wat je wil en wat je eigen motieven zijn. Daarnaast moet je goed kunnen monitoren wat de invloed van anderen is op jou zelf. Wat raakt je en wat doet hun gedrag met jou? Wat vind je prettig en wat niet? Waar ben je goed in en waar ben je slecht in? Wat bepaalt hoe je reageert op anderen?
  3. Reading the organisation: Je moet doorhebben hoe de organisatie werkelijk functioneert. Dat is iets anders dan het organogram bekijken. Volgens James moet je weten wie er invloed hebben op jouw rol. Op wie je indruk moet maken voor een promotie en wie je rivalen zijn. Ook moet je weten wat, breder dan je eigen rol, de organisatie voor je kan betekenen en wie daar bij de sleutelpersonen zijn.

Als je je astuteness op orde hebt, ben je er overigens nog niet! Naast je ‘leesvaardigheid’ zijn er nog drie andere vaardigheden van belang. Ten eerste effectiviteit in het kiezen en uitvoeren van de goede tactieken. Daarnaast moet je een goede netwerker zijn, zowel binnen als buiten je organisatie. Tot slot noemt James ‘de schijn van oprechtheid’. Mensen moeten je vertrouwen. Opmerkelijk is dat James het hier heeft over de ‘schijn’. Het gaat er niet om dat je authentiek of integer bent, maar dat je het lijkt. Hier valt naar mijn mening nog wel een stevig moreel vraagteken bij te plaatsen. Maar, in goed Nederlands: “don’t shoot the messenger”. Je hoeft niet alles te doen wat in het boek Office Politics staat. Het geeft wel inzicht in hoe het er in veel kantoren aan toe gaat.